Nieuws

Het laatste nieuws van D-zep Alliantie Twente.

Aan het woord: Liesbeth, verpleegkundige op D-zep afdeling

Wednesday, March 27, 2024

Aan het woord: Liesbeth, verpleegkundige op D-zep afdeling


Enkele maanden geleden werd D-zep afdeling Weidedorp in Hengelo geopend. Een specialistische afdeling voor mensen met dementie en zeer ernstig probleemgedrag (D-zep). De eerste tien cliënten worden begeleid en inmiddels is de eerste cliënt zelfs al succesvol naar een vervolgplek gegaan. Tijd om terug te kijken op de eerste drie maanden. Aan het woord is verpleegkundige Liesbeth Kormelink: “De start was geweldig. Ik hou wel van een uitdaging. Hoe blijf je in contact met de cliënt? Wat is het probleemgedrag en welke factoren spelen een rol? Op onze afdeling hebben we de tijd, ruimte en faciliteiten om het gedrag systematisch en met verschillende professionals te onderzoeken”, aldus Liesbeth.

De cliënten die nu op afdeling Weidedorp verblijven, komen overal uit de omgeving Overijssel. De eerste stap is het leren kennen van de cliënt, dat kost tijd. “Door een goede analyse krijgen we steeds meer inzicht in het probleemgedrag. Hierbij spelen naasten ook een belangrijke rol door het vertellen van het levensverhaal. Hiermee krijgen we steeds meer inzicht hoe de cliënt in het leven heeft gestaan. Hoe langer de cliënt op de afdeling is, hoe meer we zien en de cliënt en het huidige probleemgedrag leren kennen. Hierbij kun je denken aan verbale of fysieke agressie, de frequentie en langdurigheid, met andere woorden; het gedrag dat moeilijk hanteerbaar en onvoorspelbaar is. We gaan methodisch te werk om het gedrag te begrijpen en inzicht te krijgen in de mogelijke oorzaken. Door middel van observaties kunnen we multidisciplinair de juiste intensieve begeleiding bieden en passende interventies inzetten gericht op gedragsverandering. Desondanks begint de verandering altijd bij jezelf. Door kritisch te kijken en te reflecteren op jezelf wordt je je bewust van je eigen handelen.”

Welke benadering is wenselijk?
Elke cliënt heeft een eigen benadering nodig. Maar hoe test je nu welke benadering het beste past? Liesbeth: “De afdeling is zo ontworpen dat we bijvoorbeeld de huiskamers met een tussendeur groter of kleiner kunnen maken. Hiermee kunnen wij observeren wat prikkels in een grote of kleine setting met de cliënt doen. Ontstaat er onrust, dan nemen wij prikkels weg door bijvoorbeeld de ruimte kleiner te maken. Is het van belang dat de cliënt geactiveerd blijft, dan kunnen we de omgevingsruimte vergroten. Voor het bewaken van de rust ga je mee in de beleving van de cliënt. Hierbij hoort dus ook passende benadering en communicatie. Het woordje ‘moeten’ is niet wenselijk. Het gaat niet om wat je zegt, maar hoe je het zegt. In dit geval probeer je te kijken naar een andere ingang. Dan vraag ik bijvoorbeeld eerst ‘kun je helpen met de tafel schoonmaken’? Als dat goed gaat dan geef ik de placemats aan. Als iemand daar vervolgens mee wegloopt: prima. Dan laat ik de deur op een kiertje zodat diegene ziet dat we de tafel dekken. Vaak is het effect dat diegene ziet dat we aan tafel zitten om te eten en vanzelf aanschuift. Als er rust is, dan probeer ik dit zo lang mogelijk vast te houden door bijvoorbeeld te kletsen of een spelletje te doen. Is iemand onrustig? Dan vraag ik niks. Dan loop ik rustig mee en kijk ik wat iemand doet. Ik probeer continu te anticiperen op wat ik zie.”

Vanuit verschillende invalshoeken bekeken
Liesbeth staat hierin niet alleen. Op de afdeling werken zorgprofessionals met allemaal dezelfde passie: de zorg voor mensen met dementie en zeer ernstig probleemgedrag. Liesbeth: “Dat is zo fijn. We kunnen goed sparren en kennis delen, dat doen we interdisciplinair. Van mij mag het gedrag van de cliënt pittig zijn; een uitdaging geeft mij voldoening en zet mij aan het denken.” Niet alleen de samenwerking binnen het team, maar juist ook met naasten is van belang. Liesbeth: “Voor naasten is het vaak een rouwproces. Zij dragen de controle over aan een team van experts. Het kan zijn dat wij dingen anders doen dan zij voorheen gewend waren. We bieden dan een luisterend oor, geven uitleg en delen inzichten. Samen werken we aan het einddoel: iemand na ongeveer 100 dagen met de juiste handvatten begeleiden naar de oorspronkelijke woonplek of een vervolgplek. Het geeft zoveel voldoening als we dit met alle betrokkenen op een goede manier kunnen afsluiten en een traject succesvol is.”